Taken en bevoegdheden
Veelgestelde vragen met antwoorden over taken en bevoegdheden. Klik voor het volledige antwoord op de vraag.
Onderzoeken die zijn uitgevoerd in opdracht van de gemeente kunnen worden gedeeld met derden.
Onderzoeken die zijn uitgevoerd in opdracht van de gemeente kunnen worden gedeeld met derden. Als het onderzoek niet is uitgevoerd in opdracht van de gemeente dan kan de afweging om een rapport wel of niet te delen gemaakt worden op basis van afspraken die gemaakt zijn met degene die het rapport verstrekte. Een gemeente zou bij de ontvangst van een rapport duidelijk kunnen maken dat het om openbare informatie gaat en/of dat het onderzoeksbureau kan aangeven welke informatie als vertrouwelijk beschouwd moet worden.
Volgens de Wet open overheid (Woo) heeft eenieder recht op publieke informatie. Het begrip publieke informatie is in de wet gedefinieerd als informatie neergelegd in documenten die berusten bij (voor zover hier relevant:) gemeentelijke bestuursorganen.
Het begrip document is gedefinieerd als door een (voor zover hier relevant:) gemeentelijk bestuursorgaan opgemaakt of ontvangen schriftelijk stuk of een ander geheel van vastgelegde gegevens dat naar zijn aard verband houdt met de publieke taak van dat bestuursorgaan.
De documenten kunnen dus ook van derden afkomstig zijn (de gemeente kan deze ‘ontvangen’), de reikwijdte van de Woo is niet beperkt tot enkel ‘eigen’ informatie. Maar niet alle informatie van derden valt onder het openbaarheidsregime van de Woo. Relevant is of de informatie van derden verband houdt met de publieke taak van gemeenten. Omdat de onderzoeksrapportages zien op ontplofbare oorlogsresten/explosieven en de gemeente hierin een taak heeft (o.a. in relatie tot OOV), lijkt dit het geval te zijn. In beginsel is alle informatie die bij een bestuursorgaan berust, publieke informatie.
Het voorgaande leidt ertoe dat de onderzoeksrapporten vallen onder het regime van de Woo. Maar er is geen (harde) verplichting voor de gemeente om deze rapporten actief (uit eigen beweging) openbaar te maken.
Wel kan iemand via een Woo-verzoek deze rapporten opvragen. Naar aanleiding van zo’n verzoek zal de gemeente moeten kijken of de onderzoeksrapporten integraal openbaar kunnen worden gemaakt, of dat er andere belangen dan het openbaarheidsbelang zijn die vergen dat het rapport (gedeeltelijk) vertrouwelijk wordt gehouden. Gekeken moet daarom worden of er aanleiding is een van de uitzonderingsgronden van artikel 5.1 en 5.2 Woo toe te passen. Omdat de rapporten van derden zijn, zal bij die afweging of de rapporten openbaar kunnen worden gemaakt, ook de zienswijze van die derden moeten worden gevraagd en betrokken.
De 1 km-grens wordt regelmatig genoemd om aan te geven waar de begrenzingen van de bestuurlijke bevoegdheden voor gemeenten zouden liggen. Maar dat is niet correct.
De 1 km-grens wordt regelmatig genoemd om aan te geven waar de begrenzingen van de bestuurlijke bevoegdheden voor gemeenten zouden liggen. Maar dat is niet correct.
Alle gemeentegrenzen zijn vastgelegd in het kadaster, ook als die grenzen over zee lopen. Daarbij is geen sprake van een vaste afstand van 1 km of andere vaste afstanden. De gemeentegrenzen zijn per gemeente verschillend, soms omdat dit zo uitkwam, door herindelingen of door ontwikkelingen die om aanpassingen vroegen. Door natuurlijke kustafslag en strandsuppleties kan de kustlijn variëren, terwijl de gemeentegrenzen niet wijzigen. In de PDOK Viewer is te vinden hoe de gemeentegrenzen in Nederland lopen. Kies dataset overige kaarten, bestuurlijke gebieden en selecteer daarna eventueel de specifieke gemeente.
Verschillen
Voor een aantal gemeenten zijn de gemeentegrenzen flink afwijkend. Ter illustratie zijn hiervoor de onderstaande afbeeldingen opgenomen.
Voor de gemeente Vlissingen behoort bijvoorbeeld een groot deel van de Westerschelde en een deel van de Noordzee voor het strand van de gemeenten Veere en Sluis tot haar grondgebied.
De gemeentegrens van Rotterdam is aangepast voordat de Maasvlakte 2 werd aangelegd. Maar bij de aanleg van de zogenaamde Zandmotor bij de gemeente Westland was daar geen rekening mee gehouden. De Zandmotor vlakt weer af en komt steeds dichter naar de kust.
De gemeenten Den Haag en Velsen volgen hun havenhoofden.
Den Helder en Texel hebben ook een afwijkende vorm langs de kust.
Zo is er sprake van grillige vormen rondom de Waddeneilanden en wandelde het oostelijk deel van Schiermonnikoog tot twee keer toe buiten de gemeentegrens. Met de grenswijziging van 1 januari 2021 is dit opnieuw aangepast. Behalve de gemeentegrens is bij Schiermonnikoog ook de provinciegrens gewijzigd.
Elke gemeente is bevoegd gezag voor de ontplofbare oorlogsresten die binnen haar gemeentegrenzen aanwezig zijn. Als er ontplofbare oorlogsresten aangetroffen worden op de Noordzee, buiten de gemeentegrenzen, dan is de gemeente niet het bevoegd gezag.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit geldt het limitatief-imperatief stelsel van de Wabo.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit geldt het limitatief-imperatief stelsel van de Wabo. Dit betekent dat het bevoegd gezag de omgevingsvergunning alleen mag weigeren via één van de weigeringsgronden van artikel 2.10, eerste lid Wabo. Doen die weigeringsgronden zich niet voor? Dan moet de omgevingsvergunning worden verleend.
Het risico op de aanwezigheid van ontplofbare oorlogsresten is niet opgenomen als weigeringsgrond.
Attendering
We zien wel dat gemeenten een attendering opnemen in de omgevingsvergunning. Als er sprake is van gebied dat verdacht is op het mogelijk kunnen aantreffen van ontplofbare oorlogsresten wordt aangegeven dat het van belang is dat er eerst nader historisch onderzoek of detectie wordt uitgevoerd. Is een gebied niet verdacht, maar hebben er in de omgeving wel oorlogshandelingen plaats gevonden dan wordt vaak een verwijzing gemaakt naar het zogenaamde protocol toevalstreffers. Zie de webpagina met een voorbeeldtekst protocol toevaltreffers voor gemeenten.
Een mogelijke tekst in de omgevingsvergunning kan luiden:
Bij het aantreffen van een explosief uit de tweede wereldoorlog (ontplofbare oorlogsresten) houdt degene die de activiteit verricht zich aan het Protocol Toevalstreffers, zoals opgenomen in de bijgevoegde vergunningvoorschriften.
Er is geen (wettelijke) grondslag voor de veiligheidsmarge van 0,5 m in verticale richting. De 0,5 m is een praktische maat.
Er is geen (wettelijke) grondslag voor de veiligheidsmarge van 0,5 m in verticale richting. De 0,5 m is een praktische maat. In de uitwerking van (magnetometer) data is een exacte positie van ontplofbare oorlogsresten in de diepte moeilijk te bepalen. De praktijk wijst uit dat een diepteligging gemiddeld tot 0,5 m kan afwijken van een berekende diepte. Zowel dieper als ondieper. Daarnaast kan bij de uitvoering van een ontgraving lokaal net iets dieper worden ontgraven dan gepland. Daarom adviseren onderzoeksbureaus een veiligheidsmarge te hanteren van 0,5 m.
Deze vraag en het antwoord zijn tot stand zijn gekomen in samenwerking met Stichting VOMES.
Diverse wetten vormen het kader voor het veilig omgaan met ontplofbare oorlogsresten (niet-gesprongen munitie) uit de Tweede Wereldoorlog.
Diverse wetten vormen het kader voor het veilig omgaan met ontplofbare oorlogsresten (niet-gesprongen munitie) uit de Tweede Wereldoorlog. Relevante artikelen zijn opgenomen in de:
- Gemeentewet
- Arbeidsomstandighedenwet
- Wet veiligheidsregio’s en de Wet wapens en munitie
Elke gemeente kan in, onder andere, haar algemene plaatselijke verordening, bestemmingsplan of specifiek beleid aanvullende regels opnemen. Meer informatie staat op de webpagina wet- en regelgeving.