Relatie Arbo en OOV

Vanuit de Arbeidsomstandighedenwet en onderliggende wet- en regelgeving zijn regels gesteld over de omgang met ontplofbare oorlogsresten (hierna; OO). De taken en bevoegdheden over openbare orde en veiligheid (hierna; OOV) bij OO zijn ook duidelijk. Maar de omgang met OO gaat nooit enkel over een arbo-component of een OOV-component. In de hedendaagse praktijk is het moeilijk om de verschillen en overeenkomsten te kennen tussen de twee beleidsterreinen en het gezamenlijk belang te vinden.

Arbo

Alle werknemers in Nederland moeten veilig en gezond werken. Arbowet- en regelgeving zoals de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet), het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit) en de Arbeidsomstandighedenregeling (Arboregeling) stelt regels over het omgaan met OO voor opdrachtgevers, werkgevers, zelfstandigen, werknemers en in een bepaalde mate ook voor derden.

OOV

Een definitie van het begrip openbare orde en veiligheid is niet eenvoudig te geven, omdat deze onder omstandigheden en door de tijd wijzigt. In het algemeen wordt geduid op een ordentelijk verloop van het maatschappelijk leven in de openbare ruimte. Veiligheid gaat met name over de veiligheid in de (eigen) leefomgeving.

De zorg voor openbare orde en veiligheid wordt van oudsher bezien als een van de voornaamste “taken” van de overheid. Vanuit de Gemeentewet en de Wet veiligheidsregio’s beschouwd kan er in ieder geval gesproken worden over bevoegdheden die bij de gemeente berusten over openbare orde en veiligheid in relatie tot OO. Zie voor meer informatie hierover Rollen, taken en bevoegdheden.

Hoe verhouden Arbo en OOV zich nu tot elkaar?

Historisch vooronderzoek

Of er een bureauonderzoek naar de mogelijke aanwezigheid van OO nodig is of dat er mogelijk noodzaak bestaat tot opsporing van OO, heeft een directe link met de arbowet- en regelgeving.

Als een opdrachtgever, opdrachtnemer of werkgever wil weten of er sprake is van een mogelijkheid tot het aantreffen van OO bij diens project zal deze al snel bij de gemeente aankloppen.

Het Arbobesluit, artikel 4.10, lid 2 spreekt over het risico van de mogelijke aanwezigheid OO te inventariseren en te evalueren door oriënterend onderzoek vóór aanvang van de werkzaamheden. De toelichting daarop geeft aan dat “het oriënterend onderzoek een “quick scan” betreft waarmee, bijvoorbeeld bij de betreffende gemeente of op de bommenkaart, na wordt gegaan of er in dat gebied oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden”. Vaak wordt hiervoor ook een bodembelastingskaart gebruikt.

Heeft daarmee de gemeente een verplichting vanuit de arbowet- en regelgeving om gemeente breed onderzoek naar de aanwezigheid van OO uit te voeren of om een zogenaamde bodembelastingskaart op te stellen? Dat is niet het geval. Zie voor meer informatie hierover Processtap 1 bevoegd gezag.

Heeft diezelfde opdrachtgever, -nemer of werkgever voldoende recht gedaan aan de “arboverplichting” tot een oriënterend onderzoek als deze enkel een kijkje neemt op de website van de gemeente en daarop staat niks over ontplofbare oorlogsresten?

Of andersom? Als de gemeente in haar beleid over OO heeft aangegeven dat een bepaald gebied weliswaar verdacht is op het aantreffen van OO, maar het risico van dien aard ingeschat dat in het kader van openbare orde en veiligheid geen verder onderzoek en opsporing noodzakelijk is en een protocol toevalstreffers voldoende wordt geacht. Heeft daarmee dan de opdrachtgever,- nemer of werkgever voldoende recht gedaan aan de “arboverplichting”?

Dat zijn (juridische) vragen waarop het antwoord nog niet bekend is. Mogelijk dat deze vragen in het kader van het onderzoeksprogramma van het kenniscentrum later worden onderzocht.

Voorkomen van gevaar voor de omgeving

Zoals ook te lezen is in Processtap 2 bevoegd gezag moet de burgemeester, volgens de Gemeentewet, ingrijpen bij (dreigende) verstoring van de openbare orde maar kan deze ingrijpen bij situaties waarbij de veiligheid in het geding is. Hier zit er dus ruimte om te besluiten om wel of niet in te grijpen of om regels te stellen die passend zijn bij de betreffende gemeente en situatie.

De relevante Arbowet- en regelgeving gaat hoofdzakelijk over het voorkomen van gevaar voor de veiligheid of gezondheid van werknemers door de mogelijke aanwezigheid van OO. Maar in artikel 10 van de Arbeidsomstandighedenwet staat ook geschreven:

…als door de aard van de werkzaamheden in een bedrijf of inrichting of in de directe omgeving daarvan gevaar kan ontstaan voor de veiligheid of de gezondheid van andere personen dan de werknemers, dan moet de werkgever doeltreffende maatregelen nemen om dat gevaar te voorkomen.”.

De verplichting uit de Arbeidsomstandighedenwet aan opdrachtgevers en werkgevers om gevaar voor de veiligheid of de gezondheid van andere personen dan werknemers te voorkomen overlapt daarmee de wettelijke taak van de gemeente bij verstoring van de openbare orde en de bevoegdheid bij situaties waarbij de veiligheid in het geding is.

Anders gezegd; zowel de gemeente in de rol als de opdrachtgever en werkgever maar ook in de rol als bevoegd gezag dient te voorkomen  dat door grondroerende activiteiten er gevaar ontstaat voor medewerkers en de omgeving (publieksveiligheid).

Daar waar de opdrachtgevers en werkgevers weinig ruimte lijken te hebben om daarin keuzes te maken heeft de gemeente als bevoegd gezag OOV meer ruimte. Die ruimte kan inhouden er wel/niet voor te kiezen of nader onderzoek te doen of onderzoek op te leggen. Maar er bestaat ook ruimte in het (laten) toepassen van welke specifieke beheersmaatregelen. Zie overzicht van beheersmaatregelen.