De Rotterdamse bodembelastingkaart
De gemeente Rotterdam heeft sinds maart 2017 een bodembelastingkaart OO voor de hele gemeente. Vanaf mei 2019 is er ook een publieke versie van deze kaart beschikbaar: de zogenoemde Rotterdamse ‘Bommenkaart’.
Het kenniscentrum heeft de gemeente Rotterdam gevraagd te beschrijven hoe ze tot hun bodembelastingkaart zijn gekomen.
Aanleiding gemeente brede bodembelastingkaart
Op de ‘Bommenkaart’ van de gemeente Rotterdam staan locaties waar een verhoogde kans is op aanwezigheid van niet ontplofte explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Het gaat daarbij in het centrum en havengebied vooral over niet-ontplofte vliegtuigbommen en in Hoek van Holland over kleinere OO.
De ‘Bommenkaart’ is gemaakt omdat de gemeente Rotterdam het belangrijk vindt dat alle Rotterdammers - en bedrijven die in Rotterdam werkzaamheden verrichten - zich goed over dit onderwerp kunnen informeren. Iedereen kan nu zien waar de verdachte gebieden voor ontplofbare oorlogsresten uit de Tweede Wereldoorlog liggen.
De Bodembelastingkaart is een verbeterde, uitgebreidere versie van een kaart die de gemeente in 1989 liet maken: 'de Blindgangerkaart Rotterdam'. Deze kaart uit 1989 was niet openbaar, maar kon men op verzoek wel inzien.
De Blindgangerkaart Rotterdam, die alleen op vliegtuigbommen betrekking had, was nog wel informatief, maar door voortschrijdend inzicht ook sterk gedateerd. Om dit op te vangen werden voor diverse ontwikkelingsgebieden projectgebonden vooronderzoeken uitgevoerd. Maar een duidelijk kant en klaar totaalbeeld van de verdachte gebieden in Rotterdam ontbrak nog. Rotterdam was toe aan een volledig dekkend toekomstbestendig onderzoek. Als eerste werd een kaart gemaakt voor heel Hoek van Holland. Op basis van de ervaringen met dat onderzoek werd het onderzoek voor de hele gemeente uitgevoerd.
Rotterdam in de Tweede Wereldoorlog
Net als voor veel andere gemeenten had de Tweede Wereldoorlog grote impact op Rotterdam. Niet alleen op de stad, maar ook andere delen van Rotterdam zoals het havengebied en Hoek van Holland. Hieronder staan enkele voorbeelden van gebeurtenissen die zijn meegenomen in het vooronderzoek.
- Het bekendst is wel het Duitse bombardement van 14 mei 1940 dat het centrum van Rotterdam voor een groot deel verwoeste. Hier gingen diverse grondgevechten, artilleriebeschietingen, beschietingen vanaf marineschepen en kleinere luchtaanvallen aan vooraf.
- In 1943 werd een groot deel van Rotterdam-West verwoest. Deze keer als gevolg van een Amerikaans vergissingsbombardement (ook wel bekend als het Vergeten Bombardement). Daarnaast hebben de geallieerden tijdens de oorlogsjaren nog zo’n tweehonderd luchtaanvallen op Rotterdam uitgevoerd. Voornamelijk met de industrie in het havengebied als doelwit, maar ook hierbij kwamen bommen in stedelijk gebied terecht.
- In het laatste oorlogsjaar werden vanuit de gemeente Rotterdam V1’s en V2’s afgeschoten. Deze raketten kwamen soms vroegtijdig neer op Rotterdams grondgebied. De lanceerinstallaties waren natuurlijk ook een doelwit voor geallieerde vliegtuigen.
- In het Rotterdamse deel van de Noordzee zijn tijdens de oorlog zeemijnen gelegd.
- Aan de Rotterdams kust stond het zwaar verdedigde Festung Hoek van Holland. Als onderdeel van de Atlantikwall. Meer landinwaarts tot in het centrum van Rotterdam waren ook luchtafweerstellingen en verdedigingswerken zoals tankmuren te vinden.
- Plunderingen en moedwillige vernielingen door de Duitsers in het laatste oorlogsjaar maakten van het havengebied een puinhoop. Kilometers kades die uiteindelijk niet werden vernietigd waren na de Duitse capitulatie nog wel voorzien van zware vernielingsmiddelen.
Oorlog voorbij, maar bodembelasting gaat door
De Rotterdamse bodembelastingkaart is niet alleen gebaseerd op alle gebeurtenissen tijdens de oorlog. Ondanks dat Nederland is bevrijd, gaat de verspreiding van ontplofbare oorlogsresten door. Hieronder wat voorbeelden van gebeurtenissen uit de eerste jaren na de oorlog die zijn meegenomen in het vooronderzoek.
- Sommige voormalige Duitse stellingen in de duingebieden zijn tijdelijk onbeheerd en vallen ten prooi aan plunderingen door burgers. Hierbij wordt ook munitie meegenomen en vervolgens ergens weer gedumpt.
- De vele mijnenvelden worden geruimd. Maar de mate van zorgvuldigheid waarmee dat is gebeurd wisselt. Ook worden door de ruimingsploegen soms mijnen niet vernietigd maar in tankgrachten gedumpt.
- In de duingebieden van Hoek van Holland worden in de zomer van 1945 munitieartikelen vernietigd in zogenaamde springputten, maar ook dat gebeurde niet altijd zorgvuldig.
- Eind jaren 40 worden de voormalige tankgrachten in Hoek van Holland gedempt. Met aarde en rommel uit de oorlog zoals prikkeldraad, resten van bunkers. Maar tuinders hadden de tankgracht al gebruikt om gevonden mijnen te dumpen. Deze informatie wordt bevestigd in de opsporingen van de laatste 20 jaar, waarin meermaals (restanten van) landmijnen werden aangetroffen in tankgrachten.
Vooronderzoek
Om verdachte gebieden in kaart te kunnen brengen heeft Rotterdam opdracht gegeven om een historisch vooronderzoek te laten uitvoeren.
Voor het onderzoek zijn meer dan 2.500 luchtfoto’s uit de Tweede Wereldoorlog gebruikt. Deze werden gescand en geplaatst (gepositioneerd) op de digitale versie van hedendaagse topografische kaarten. De onderzoekers combineerden de verkregen informatie met data uit andere bronnen, zoals ooggetuigenverslagen, inlichtingenwerk van diverse verzetsgroepen, documenten uit oorlogsverslagen van het Duitse leger en documenten van de RAF en USAF.
Niet alleen zijn de, voor een vooronderzoek verplichte archieven, geraadpleegd. Ook optionele archieven zijn zoveel mogelijk geraadpleegd, zodat deze in een later stadium niet voor verrassingen kunnen zorgen. Zo zijn ook dossiers in aangrenzende (later geannexeerde) gemeenten onderzocht, omdat deze dikwijls informatie bevatten over gebeurtenissen in het huidige Rotterdam.
Breed draagvlak
De gemeente Rotterdam wilde een breed draagvlak voor de conclusie van het vooronderzoek. Daarom is door Rotterdam en de opdrachtnemer gekozen om een onafhankelijke commissie van deskundigen bij het vooronderzoek te betrekken. Deze commissie bestond uit vier ervaren personen van andere onderzoeksbureaus. Met de commissie is het proces, de toegepaste methodiek en een aantal gecompliceerde vraagstukken besproken. Zij hebben daardoor een goed beeld gekregen van het algehele proces. Een deel van de aanbevelingen van de commissie is in het onderzoek overgenomen.
Proportionaliteit
Een vooronderzoek moet voorkomen dat onaanvaardbare veiligheidsrisico’s worden genomen rondom projectwerkzaamheden. Een vooronderzoek mag er echter niet toe leiden dat disproportionele projectoverlast en daaruit volgende disproportionele kosten ontstaan. Bij de totstandkoming van het Rotterdamse vooronderzoek en het opstellen van de bodembelastingkaart is daarom zoveel mogelijk rekening gehouden met proportionaliteit.
Een van de methoden om dat te bereiken is door vaak te werken met het ‘meest waarschijnlijk scenario’ en niet met een ‘worst case scenario’.
Een goed voorbeeld is het Duitse bombardement op de Rotterdamse binnenstad van 14 mei 1940. Een afbakening van een verdacht gebied op basis van de bominslagpatronen zou vermoedelijk leiden tot het volledig verdacht verklaren van de binnenstad van Rotterdam. Naar aanleiding van de historische bronnen over hoe daarna het gebombardeerde deel van de stad is opgeruimd en mogelijke blindgangers in kaart zijn gebracht, is gekozen om alleen locaties met een zogenaamde harde (officiële) blindgangermelding nog als verdacht aan te merken.
Geen verticale afbakening en na-oorlogsonderzoek
Op de Rotterdamse bodembelastingkaart OO is in beginsel alleen de horizontale afbakening van de verdachte gebieden aangegeven. Hiervoor is gekozen gezien de omvang van het onderzoeksgebied en de heterogene bodemopbouw binnen de gemeente Rotterdam. Het bepalen van de verticale afbakening gebeurt daarom projectmatig door middel van aanvullend bureauonderzoek en zo nodig geotechnisch veldonderzoek.
Om vergelijkbare redenen is ervoor gekozen om ook het na-oorlogsonderzoek voor het zoeken naar contra-indicaties projectmatig aan te pakken.
Transparantie
De Rotterdamse bodembelastingkaart OO is in een beperkte vorm openbaar gemaakt. Deze ‘Bommenkaart”, met alleen de horizontale afbakening van verdachte gebieden zonder aanvullende informatie, kan online worden geraadpleegd. Via een digitaal formulier kan men kosteloos aanvullende informatie over een verdacht gebied aanvragen. De gemeente geeft vervolgens aan waarop het desbetreffende gebied verdacht is. Ook wordt vermeld of de voorgenomen werkzaamheden in relatie met de mogelijk ontplofbare oorlogsresten in het gebied risico’s opleveren. Als er een risico is wordt ook een advies gegeven hoe hiermee om te gaan.
Doorlopende actualisatie
De Bodembelastingskaart OO voor Rotterdam werd in 2017 opgeleverd. Sindsdien is de kaart regelmatig aangepast, bijvoorbeeld naar aanleiding van opsporingsonderzoeken met vrijgave van een project locatie. Ook zijn er diverse aanvullende bureauonderzoeken uitgevoerd, soms voor een project, soms voor grotere gebieden zoals in het havengebied van Rotterdam. Tijdens deze onderzoeken is ook vaak informatie beschikbaar gekomen over de verticale afbakening van het verdachte gebied.
Een uitgebreid onderzoek naar de na-oorlogse gebeurtenissen in het havengebied heeft daar geleid tot een grote afname van het oppervlak aan verdacht gebied. Uiteraard volgt Rotterdam ook de ontwikkelingen in het vakgebied en worden nieuwe inzichten zo nodig verwerkt in de kaart.
Tot slot
Een goed vooronderzoek met bijbehorende bodembelastingkaart kan alleen tot stand komen door goede samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. De gemeente Rotterdam koos voor een team van ervaren mensen en de betrokkenheid van meerdere bedrijven. Dat bleek een juiste investering te zijn.
Rotterdamse bommenkaart