Processtap 3: gemeente als werkgever
Voor wat betreft werkgevers waarbij er geen opdrachtnemer-opdrachtgever-relatie is zijn de wettelijke taken duidelijk: in dit geval heeft de werkgever de taak om passende maatregelen te nemen en verschillen de wettelijke taken niet van de taken die een opdrachtgever heeft en in paragraaf 5.1 staan beschreven.
De gemeente als werkgever moet dus (voldoende kennis organiseren om) passende beheersmaatregelen (te) treffen en, als er daarbij voor opsporing gekozen wordt, het projectplan voor opsporing (te laten) beoordelen.
Ook hier wordt het pas ingewikkeld wanneer er wel sprake is van een opdrachtnemer-opdrachtgever-relatie. De werkgever heeft immers geen rol voor een veilige bouwlocatie maar wel voor de eigen werknemers. In Processtap 2: gemeente als werkgever hebben we laten zien dat de zorgplicht van werkgevers ook bestaat wanneer er een opdrachtgever is. De werkgever moet hiermee in ieder geval het ontwerp van de beheersmaatregelen onderschrijven.
Evenals de opdrachtgever heeft de werkgever de wettelijke taak te zorgen voor het voorkomen van gevaar voor derden dat direct of indirect wordt veroorzaakt door diens werkzaamheden (artikel 10 van de Arbeidsomstandighedenwet). Dit is in lijn met de Omgevingswet die stelt dat iedereen die redelijkerwijs kan vermoeden dat zijn activiteit nadelige effecten kan hebben voor de fysieke leefomgeving verplicht is om de maatregelen te nemen [die redelijkerwijs van hem verwacht kunnen worden] om de gevolgen te voorkomen.
Eenmaal op de bouwlocatie is de werkgever verplicht tot medewerking aan en naleving van het V&G plan (zie processtap 2) volgens artikel 2.35, lid 3, van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Als er andere beheersmaatregelen getroffen worden, dan moet de werkgever zich hieraan conformeren.