Checklist Vondst

Dit is een checklist voor gemeenten bij een vondst van ontplofbare oorlogsresten (OO). Het doel van deze checklist is om, direct na de vondst, gemeenten een handvat te bieden voor verdere acties en coördinatie.

Dit is een algemene, niet uitputtende, lijst van zaken waar je als gemeenteambtenaar rekening kan houden als je te maken krijgt met de vondst van ontplofbare oorlogsresten (OO).

Startvragen:

De volgende vragen zijn aan de orde als er OO wordt aangetroffen.

  • Wat, waar, wanneer?
  • Aanleiding?
  • Wie zijn er al betrokken?
  • Wie is geïnformeerd?
  • Welke afspraken zijn er al, door wie, met wie, gemaakt?

Aandachtspunten:

  • Een vondst van OO heeft impact op de openbare orde en veiligheid. Daarom heeft de burgemeester en het college van B&W taken en bevoegdheden op basis waarvan een ambtenaar openbare orde en veiligheid (AOV) of een officier van dienst Bevolkingszorg (OVDBz) de coördinatie op zich neemt.
  • AOV of OVDBz neemt coördinatie vondst op zich en informeert de burgemeester.
  • AOV of OVDBz organiseert coördinatie van communicatie door de gemeente.
  • Er is sprake van een vondst van OO die al meer dan 75 jaar in de bodem aanwezig is. Er is geen sprake van een crisis of incident. Opschaling van de hulpverleningsdiensten is niet gelijk aan de orde.
  • Organiseer zo snel als mogelijk afstemming met de betrokken partijen. Denk daarbij aan de aannemer, politie (TEV), eventueel het betrokken opsporingsbedrijf en mogelijk EODD als deze al aanwezig is.
  • Maak duidelijk naar alle betrokkenen wie welke rol en taak heeft.
  • Overtuig de aannemer dat deze zelf de werkzaamheden tijdelijk stil legt zo lang het nog niet duidelijk is wat de situatie is en welke risico’s er zijn. Mocht de aannemer door gaan met diens werkzaamheden maak dan de afweging of het stilleggen van de werkzaamheden op basis van een gevaar voor de openbare orde en veiligheid aan de orde is.

Communicatie

  • De gemeente is verantwoordelijk voor communicatie. Er wordt enkel, na afstemming met de gemeente, gecommuniceerd door andere betrokkenen.
  • Bepaal het moment dat de omgeving wordt geïnformeerd.
  • Zorg voor een duidelijke kernboodschap met een handelingsperspectief voor de omwonenden.