Burgemeester als bevoegd gezag OO
In de praktijk wordt regelmatig gesteld dat de burgemeester of het college van B&W een wettelijke taak heeft in de omgang met OO, maar er blijkt nauwelijks sprake te zijn van formele wet- of regelgeving als grondslag.
Diezelfde praktijk laat zien dat in de afgelopen 30 tot 50 jaar de rol van de burgemeester in de omgang met OO wel degelijk is ingevuld. Hoe zit dat?
Als er sprake is van (verwachte) aanwezigheid van Ontplofbare Oorlogsresten (OO) dan is de natuurlijke reflex al snel dat de burgemeester “daar over gaat”. Het idee is dat de burgemeester het bevoegd gezag is in de omgang met OO. In veel gevallen wordt ook zo gehandeld. Zo wordt regelmatig gevraagd om het projectplan voorafgaand aan de opsporing van OO te laten ondertekenen door de burgemeester. Verder wordt ook bij de vondst van OO de politie, vaak namens de burgemeester, ingezet. Als er bijvoorbeeld een vliegtuigwrak uit WOII wordt geborgen zegt de bijbehorende circulaire van het ministerie van defensie dat de burgemeester het bevoegd gezag inzake OO is. Maar is dat wel zo en waar staat dat dan?
Wie is verantwoordelijk?
In haar publicatie; Crisislab, oktober 2022, “Wie is verantwoordelijk? Een verkenning van de gemeentelijke taken en bevoegdheden rond de omgang met Ontplofbare Oorlogsresten” op verzoek van het Kenniscentrum Ontplofbare Oorlogsresten (kenniscentrum) concludeert onderzoeksgroep Crisislab:
“In eerste instantie lijkt het dat de gemeente "in theorie" (bijna) overal medeverantwoordelijk voor is. Immers, op basis van de Gemeentewet heeft de burgemeester de bevoegdheid om maatregelen te nemen om de openbare veiligheid te waarborgen.”
Maar “Dat kan natuurlijk met nadruk niet betekenen dat de burgemeester de wettelijke verantwoordelijkheid (later; taak en bevoegdheid) zou hebben om alle ongevallen te voorkomen. Voor gemeenten is het daarom bijvoorbeeld de vraag wanneer de gemeente die bevoegdheid moet of kan inzetten en, als dit het geval is, wat de gemeente dan precies moet doen.“
Uit de verkenning van Crisislab is op te maken dat de burgemeester, alleen in het geval van een acute (dreigende) situatie én bij een (dreigende) ramp voor de omgeving noodbevoegdheden kan inzetten in het kader van openbare orde en veiligheid (OOV).
Een ramp is een zwaar ongeval of een andere gebeurtenis waarbij het leven en de gezondheid van veel personen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate zijn geschaad of worden bedreigd. De materiële belangen zijn dan vitale infrastructuur en/of woonwijk.
Denk daarbij aan situaties waarbij bijvoorbeeld sprake is van meerdere dodelijke slachtoffers in een woonwijk. Dan heb je het al snel over vliegtuigbommen van minimaal 250 lbs of soortgelijke OO in of vlak bij de bebouwde kom.
Crisislab stelt wel dat een gemeente als bevoegd gezag voor OOV er zelf voor kan kiezen om een "faciliterende" of "regisserende" rol te vervullen. Bijvoorbeeld faciliterend door een bodembelastingkaart op te stellen en regisserend door lokale verordeningen over OO vast te stellen in de APV of beleidsregels hierover op te stellen. Hiervoor geldt dat er geen verplichting is maar dat het een keuze of afweging is van het gemeentebestuur.
Faciliterend of regisserend is niet vrijblijvend, dit kan vervolgens verwachtingen wekken. Crisislab geeft aan dat hierbij witte vlekken bestaan. Het ligt voor de hand dat een gemeente die een regisserende rol oppakt, ten opzichte van een die “slechts” een faciliterende rol inneemt, daarvan juridisch meer gevolgen kan ondervinden.
Juridische check
Het kenniscentrum heeft, op basis van de verkenning van Crisislab, een jurist gevraagd naar de wettelijke grondslag voor gemeenten in de omgang met OO in het kader van OOV.
Deze jurist onderschrijft de bevindingen van Crisislab. De wettelijke grondslag is ten dele ingevuld, enkel in geval van een acute (dreigende) situatie én bij een risico op een ramp voor de omgeving, heeft de burgemeester een taak om noodbevoegdheden in te zetten.
Verdere verdieping
Door adviesbureau Expload is een verdiepende studie uitgevoerd naar de taken, bevoegdheden en mogelijke aansprakelijkheid van partijen waar gemeenten bij de omgang met OO te maken hebben. Als onderdeel van deze studie, genaamd "Ketenverantwoordelijkheid OO", is een door Nysingh advocaten en notarissen een juridische interpretatie gegeven van artikel 172 van de gemeentewet.
De artikelen 172, 175 en 176 van de Gemeentewet gaan over de bevoegdheden van de burgemeester met het oog op handhaving van de openbare orde en veiligheid. Expload en Nysingh concluderen beiden dat de bevoegdheden van de burgemeester in relatie tot OO zowel smal als breed kunnen worden uitgelegd. De omvang van de bevoegdheid van de burgemeester hierin is niet duidelijk.
Praktijk
In de jaren na de beëindiging van de Tweede Wereldoorlog zijn verschillende organisaties in meer of mindere mate betrokken geweest bij het ruimen, zoeken naar en de omgang met OO. Verschillende organisaties binnen de rijksoverheid, zoals specifieke afdelingen binnen de ministeries van Defensie, Binnenlandse Zaken (al dan niet aangevuld met Koninkrijksrelaties), Economische zaken, Justitie en Veiligheid, Infrastructuur en Milieu, maar natuurlijk ook gemeenten.
In de Wet rampen en zware ongevallen, inclusief bijbehorende Amvb, stond de rol, taak en bevoegdheid van het college en burgemeester in de omgang met OO beschreven. Deze wet is ingetrokken en vervangen door de Wet Veiligheidsregio’s. Hierin zijn de bepalingen ten aanzien de taak en bevoegdheid in de omgang met OO niet overgenomen. Hierdoor is een deel van de wettelijke grondslag voor het college en burgemeester vervallen.
De rol van de burgemeester in de omgang met OO, als bewaker van de openbare orde, is in de praktijk min of meer overgebleven zonder dat er nog een directe wettelijke grondslag is. Met uitzondering van de mogelijkheid van de burgemeester om, op basis van artikel 172, 175 en 176 van de Gemeentewet, in het geval van een acute (dreigende) situatie én bij een risico op een ramp voor de omgeving noodbevoegdheden in te zetten. Die heeft wel degelijke een wettelijke grondslag. Naast de wettelijke grondslag voor de aanvraag bijzondere bijstand voor het optreden van de EODD, in de politiewet artikel 59.
Gemeenten geven op verschillende manieren invulling aan de rollen, taken en bevoegdheden die zij hebben op het vlak van OO in relatie tot openbare orde en veiligheid. Dat kan zijn minimalistisch, faciliterend of regisserend. Dit past binnen de autonome bevoegdheid van gemeenten op het gebied van openbare orde en veiligheid. Het gedeeltelijk ontbreken van een wettelijke grondslag zorgt in praktijk in sommige gevallen toch voor onduidelijkheid.