Opsporing

Door opsporing in het veld wordt  in een "verdacht" gebied daadwerkelijk naar OO gezocht. Men spreekt vaak over ‘detecteren’. Opsporingswerkzaamheden omvatten meer dan alleen detecteren.

Arbeidsomstandighedenbesluit artikel 4.10

De verschillende vormen van OO-onderzoek staan beschreven in lid 2, 3 en 4 van artikel 4.10 van het arbeidsomstandighedenbesluit. In lid 1 wordt gedefinieerd wat wordt verstaan onder OO en in lid 5-9 worden praktische zaken beschreven die verband houden met de opsporing van OO zoals bedoeld in lid 4. Voor het onderwerp ‘opsporing’ zijn lid 5, 6 en 7 het belangrijkste.

Lid 5: Het opsporen van ontplofbare oorlogsresten wordt uitsluitend verricht door een bedrijf dat voor de te verrichten arbeid in het bezit is van een certificaat opsporen ontplofbare oorlogsresten dat is afgegeven door Onze Minister of een door hem aangewezen certificerende instelling.

Lid 6: De arbeid ten behoeve van het opsporen van ontplofbare oorlogsresten wordt uitsluitend verricht door een daarvoor gekwalificeerde persoon die is geregistreerd in het Register veilig werken defensiemedewerkers of het Register veilig werken met explosieve stoffen, bedoeld in artikel 1.5j, eerste lid, onderdelen b of d, dan wel door een persoon van wie de beroepskwalificaties zijn gecontroleerd en toereikend bevonden overeenkomstig de artikelen 23, 27 en 28 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties en die deze arbeid verricht onder voortdurend toezicht van een daarvoor gekwalificeerde persoon die is geregistreerd in het Register veilig werken met explosieve stoffen.

Lid 7: Het ruimen van ontplofbare oorlogsresten wordt uitsluitend verricht door explosievenopruimingseenheden van het Ministerie van Defensie.

Zie de tekst van het Arbobesluit.

Voor uitgebreidere achtergrondinformatie wordt verwezen naar Handvatten bureaustudies en opsporing OO .

CS-OOO

Het uitvoeren van opsporing van OO moet gebeuren volgens de richtlijnen van het Certificatieschema voor het Opsporen van Ontplofbare Oorlogsresten (CS-OOO). Deze richtlijn geldt vanaf 1 januari 2021, tot die tijd was het opsporen van explosieven geregeld in het Werkveldspecifiek Certificatieschema voor het Systeemcertificaat Opsporen Conventionele Explosieven (WSCS-OCE). Met de invoering van het CS-OOO is de term CE (Conventionele Explosieven) gewijzigd in Ontplofbare Oorlogsresten, zonder dat dit verder inhoudelijke gevolgen heeft voor de definitie van de term.

Het opsporen van OO mag alleen worden gedaan door bedrijven die zijn gecertificeerd volgens het CS-OOO. Het CS-OOO maakt daarbij onderscheid in de volgende twee deelgebieden:

  • Deelgebied A: opsporing
  • Deelgebied B: civieltechnische ondersteuning

Bedrijven kunnen zich voor één of voor beide deelgebieden laten certificeren.

Zie de tekst van het CS-OOO.

Opsporingsproces

De eisen voor het proces van de opsporing staan beschreven in hoofdstuk 4 van het CS-OOO. De belangrijkste punten uit het CS-OOO worden beschreven in het opsporingsproces. In de meeste gevallen is een selectie van de teksten één op één overgenomen en in een aantal gevallen is de tekst verduidelijkt.

Uitvragen opsporing

Niet alleen het opsporen van OO is specialistisch werk. Ook het uitvragen van opsporing aan een opsporingsbedrijf is specialistisch werk. Voorafgaande aan de uitvraag moet goed worden nagedacht over een aantal vragen. Deze vragen zijn opgenomen in voorbereiding op uitvraag opsporing.

Kosten Opsporing & Onderzoek

Het kenniscentrum heeft een overzicht laten opstellen van de verschillende soorten kosten met eenheidsprijzen die kunnen voorkomen bij Onderzoek & Opsporing van OO.