Samenwerken
Samenwerken op het dossier Ontplofbare Oorlogsresten (OO). Wat is er allemaal mogelijk en hoe zou je daar vorm aan kunnen geven en wat levert dat dan op?
Samenwerken met wie? Dat kan je bezien binnen de eigen gemeente, met andere gemeenten, met andere overheden en met andere partijen.
Samenwerken over wat? Op dossiers, projecten, vernietigingslocaties, inkoop van onderzoeken & opsporing, beleid, et cetera.
Samenwerken binnen de eigen gemeente
Het is door de gehele wegwijzer te lezen dat, als je met het dossier OO aan de slag gaat, je dat niet alleen kan doen. Betrek collega’s van andere afdelingen als je nadenkt over eventueel beleid en de mogelijke gevolgen daarvan. Denk dan aan de afdelingen ondergrond, beheer, ruimtelijke ordening, archeologie, economische zaken, openbare orde en veiligheid, de projectorganisatie, financiën en communicatie. Samen kan je pas tot een afgewogen geheel komen en voorkomen dat er verassingen ontstaan als er een beleid wordt vastgesteld of werkwijze wordt afgesproken.
Het is ook verstandig om na te denken over de vraag of iedereen voldoende kennis van dit onderwerp heeft en hoe je daar gezamenlijk iets aan kan doen.
Samenwerken met andere gemeenten
Buurgemeenten hebben vaak een gelijke bodembelasting maar kunnen ook heel andere opgaven hebben. Het komt voor dat het beleid in de ene gemeente afwijkt of haaks staat op het beleid binnen een aangrenzende gemeente. Vaak is dat eenvoudig te verklaren, maar bedenk dat vooraf en zoek zoveel mogelijk aansluiting.
Samenwerken kan ook gebeuren door gezamenlijk afspraken te maken over het gebruik van vernietigingslocaties, aanspreekpunt of trekker van een project dat door beide gemeenten voert. Denk bij afspraken over het gebruik van vernietigingslocaties bijvoorbeeld aan afspraken over:
- De duur van de afspraken (bijvoorbeeld 5 jaar en dan evt. verlengen);
- Elkaar informeren (via de AOV-ers) wanneer explosieven worden vervoerd op gemeentelijk grondgebied;
- Het ‘schoon’ achterlaten van de vernietigingslocatie;
Ook het uitwisselen van kennis of het inkopen van die kennis of van onderzoek & opsporing kan naast financiële voordelen andere voordelen opleveren. Denk dan aan gelijkluidend of herkenbaar beleid, uitwisselbare werkwijzen of capaciteitsverdeling, maar ook om samen een meer inhoudelijk betere gesprekpartner voor de OO-branche te worden. Een specifiek onderwerp is de bijdrageregeling, als de buurgemeente een hele andere omgang heeft met de bijdrageregeling dan kan dat shopgedrag in de hand werken. Ook de onderlinge aansluiting van verdachte gebieden bij de gemeentegrenzen is een onderwerp waar je met elkaar over kunt afstemmen.
Het bovenstaande kan ook gelden in een regionale verdeling. Er zijn regio’s die de krachten hebben gebundeld en zelfs enkele hebben het onderwerp geheel neergelegd bij de omgevingsdienst.
Samenwerken met andere overheden
Elke gemeente heeft te maken met een provincie en een waterschap. Deze beide overheden hebben geen rol, taak of bevoegdheid in de omgang met OO anders dan die voor de rol van opdrachtgever/werkgever. Het is goed om dat onderscheid duidelijk te hebben, maar het is nog beter om over OO wel het overleg met elkaar te voeren. Provincies en waterschappen zijn nu eenmaal actief in gemeenten met projecten. Bijvoorbeeld als het gaat om de inrichting van Natura 2000 gebieden. Zo kan het best interessant zijn om als alle gemeenten uit een provincie of regio gezamenlijk te kijken naar beleid, vernietigingslocaties, coördinatie, uitwisseling van kennis en inkoop. In de provincie Flevoland hebben de provincie, het waterschap, Rijkswaterstaat en gemeenten gezamenlijk een bodembelastingskaart opgesteld.De provincie kan daar een centrale rol in spelen ondanks het ontbreken van de eerdergenoemde rollen, taken en bevoegdheden. Ook kan er belang zijn voor gemeenten en het waterschap om in een regio of provincie hetzelfde gesprek te voeren over manier hoe men om gaat met de opgave voor OO.
Samenwerken met andere partijen
Politie en EODD
Samenwerking met politie en EODD ligt voor de hand, deze partijen kunnen de belangrijkste inhoudelijk adviseur zijn van de burgemeester als er iets wordt aangetroffen. Maar in afspraken of samenwerking met politie of EODD is het verstandig zijn om gelijk op te trekken qua regio of provincie. Hetzelfde geld voor archeologische diensten van gemeenten of regio’s.
Grondroerders
Dan zijn er nog de grote grondroerders, verenigd in het Samenwerkingsverband Infrabeheerders voor het Veilig Omgaan met de Ondergrond in Nederland (SIVOON). Hierin zitten partijen als Rijkswaterstaat, Prorail, lucht- en zeehavenbedrijven. Zonder twijfel de grote grondroerders die in elke gemeente of provincie actief zijn. Als er beleid wordt gemaakt over de omgang met OO dan is het wel zo verstandig om deze partijen hierbij te betrekken. Deze partijen beschikken immers over relevante informatie, kennis en hebben vaak ook belangen.
Grote grondeigenaren/beheerders
Partijen zoals Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, het Rijksvastgoedbedrijf en Defensie zijn grote grondeigenaren of beheerders. Vaak gaat het om grotendeels nog niet of weinig geroerde grond. Als er beleid wordt gemaakt over de omgang met OO dan is het wel zo verstandig om deze partijen hierbij te betrekken. Als er sprake is van eigendom of beheer door deze partijen in de gemeente beschikken ze immers over relevante informatie, kennis en hebben vaak ook belangen.
Historische kringen
Lokale historische kringen kunnen een schat aan informatie hebben en weten in veel gevallen veel van hetgeen er tijdens de oorlog en daarna heeft plaats gevonden. Bij het opstellen van beleid kan het nuttig zijn om die samenwerking op te zoeken.
Amateur detectoristen en magneetvissers
Er zijn in Nederland veel mensen actief die zich als amateur bezighouden met metaaldetectie of magneetvissen. Lang niet iedereen daarvan is op enige manier verenigd. Maar het feit dat iemand vanuit hobby of interesse en niet beroepsmatig een activiteit uitvoert zegt niks over diens kennis en competenties. Als je beleid wil opstellen dat raakt aan de belangen van deze amateurs dan is het verstandig om vooraf met hen in gesprek te gaan. Zo kunnen ze, gelijk aan de historische kringen, ook informatie aanleveren.