Overige partijen - Politie

Het Team Explosieven Veiligheid (TEV) komt in actie bij de vondst van een explosief of verdacht pakketje. Dus ook als het gaat om OO bij een toevallige vondst. Als opsporingsbedrijven bij gerichte zoekacties OO vinden, melden ze dit direct bij de EODD.

Dat is anders bij meldingen van toevalsvondsten, die komen binnen bij de teamleider Explosieven Veiligheid (TEV) van dienst via de meldkamer. De TEV coördineert en zet de melding uit, een explosieven verkenner (EV) gaat ter plaatse kijken. Betreft het daadwerkelijk een explosief? Dan volgt een risico-inschatting en bepaalt de EV samen met de EODD een eerste risico-inschatting en bepaalt welk type melding het wordt:

  • A-melding:
    het explosief ligt niet veilig en/of is technisch niet veilig (bv. Een handgranaat midden op een fietspad). De EODD komt onmiddellijk ter plaatse.
  • B-melding:
    het explosief ligt relatief veilig (bv. in de achtertuin van een woning). De EODD komt meestal een dag later.
  • C-melding:
    het explosief ligt veilig (bv. in een bos ver van een pad). De EODD komt meestal binnen drie à vier dagen.
  • D-melding:
    Deze categorie wordt toegewezen aan meldingen van explosieven die op dat moment geen gevaar vormen voor de openbare orde en veiligheid van personen, levende have, materieel en economische belangen.

De TEV stemt met de EODD af om te bepalen welke maatregelen nodig zijn voor de openbare veiligheid. Daarbij betrekt de TEV ook de gemeente als bevoegd gezag OOV. Zie ook het praktijkverhaal over het TEV.

De politietaak in Nederland wordt ingevuld door de Nationale Politie. In de Politiewet zijn de taak en de organisatie van de Nationale Politie geregeld. Verder is in deze wet opgenomen hoe de politie onder het gezag van bestuur en justitie staat.

Over de ruiming van aangetroffen explosieven zijn een aantal artikelen uit de Politiewet en het CS-OOO van belang. De artikelen zijn zowel relevant als het explosief wordt aangetroffen bij opsporingswerkzaamheden, als wanneer explosieven onverwachts worden aangetroffen.

Artikel 58 en 59 van de Politiewet worden gebruikt om de EODD in te zetten voor het ruimen van OO. In artikel 58, lid 2 van de Politiewet staat dat een gemeente een verzoek tot bijstand richt aan de Minister van Justitie en Veiligheid. Het verzoek tot inzet van de EODD kan niet komen van de politie zelf, maar moet worden gedaan door de burgemeester.

De gemeente hoeft niet bij elke inzet van de EODD toestemming te vragen aan de Minister. Hierover zijn in het verleden afspraken gemaakt tussen het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de Minister van DefensieLINK.

Als de politie in een gemeente optreedt ter handhaving van de openbare orde en ter uitvoering van de hulpverleningstaak, staat zij onder gezag van de burgemeester.

Als gemeenten de uitvoering en besluitvorming rondom ruiming willen delegeren aan de politie, dan is dat op basis van de Politiewet mogelijk. Zijn hierover geen afspraken gemaakt, dan zal de politie, wanneer zij een melding krijgt van een aangetroffen explosief, contact op moeten nemen met de gemeente wanneer hiervoor ruiming noodzakelijk is.