Onderzoeksprogramma

Eén van de kerntaken van het Kenniscentrum OO is het opzetten en uitwerken van een onderzoeksprogramma. Dit onderzoeksprogramma ondersteunt het ontwikkelen van de wegwijzer (voorheen afwegingskader) voor gemeenten over het omgaan met ontplofbare oorlogsresten.

U vindt alle informatie over het onderzoeksprogramma, zoals lopende onderzoeksprojecten en resultaten van onderzoeken op deze pagina.

Gezamenlijke opgave

Het Kenniscentrum OO stelde een werkgroep samen om een goed onderzoeksprogramma te ontwikkelen. De deelnemers van deze Werkgroep Onderzoeksprogramma zijn naast een aantal vertegenwoordigers van gemeenten, de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD), het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), het Samenwerkingsverband Infrabeheerders voor het Veilig Omgaan met de Ondergrond in Nederland (SIVOON) en de adviesbranche. Dit om een breed gedragen onderzoeksagenda op te stellen die een bijdrage levert aan de wegwijzer en daarmee gemeenten ondersteunt.

Met behulp van de werkgroep zijn tijdens werksessies kennisleemtes benoemd. We constateerden onder andere dat OO een in verhouding, klein en specialistisch onderwerp betreft. Gemeenten beschikken niet altijd over de benodigde kennis en informatie. Er is ook geen centrale plaats waar deze informatie is te vinden. Hierdoor is het maken van goede keuzes lastig. Het kenniscentrum organiseert en begeleidt de werksessies en faciliteert de werkgroep om haar adviesrol in te kunnen vullen. Het kenniscentrum zorgt voor het uitvoeren van de onderzoeken en brengt de nodige informatie bij elkaar op deze website.

Fasering onderzoeksprogramma

Het onderzoeksprogramma bestaat uit meerdere fasen. De onderzoeksprojecten uit fase 1 gaan met name over de antwoorden op organisatorische en/of bestuurlijke vragen.  In fase 2 komen ook  meer technische vragen aan bod.

Fase 1 onderzoeksprogramma

Nadat de programmaraad halverwege 2022 de eerste fase vaststelde, is het aanbesteden en uitvoeren gestart. In de eerste fase van het onderzoeksprogramma worden de onderstaande onderzoeksprojecten uitgevoerd.

Welke lessen kunnen we leren van uitgevoerde (opsporing-) onderzoeken?

Deze onderzoeksvraag richt zich op de samenhang tussen uitgevoerde losse projecten. Jaarlijks worden veel (opsporing-)onderzoeken uitgevoerd. Uit de ervaringen die daarin zijn opgedaan kunnen waardevolle lessen geleerd worden. Dit onderzoeksproject richt zich op het creëren van een leercyclus in combinatie met bijvoorbeeld een Community of Practice (CoP). Het doel is de leercyclus te gebruiken om de bestaande (gemeentelijke) werkwijzen te verbeteren.

Dit onderzoek wordt voorbereid. We verwachten dat het onderzoek in het derde kwartaal van 2024 start.

Kunnen modellen ontwikkeld worden bij specifieke risico’s en kan op basis daarvan een generieke aanpak vastgesteld worden?

Dit vraagstuk beoogd handvatten te ontwikkelen voor gemeentelijk beleid. Het onderzoek gaat over of het mogelijk is verder onderscheid te maken in het risico van ontplofbare oorlogsresten met de kennis die er is over het effect, het voorkomen van ontplofbare oorlogsresten en gebiedsspecifieke eigenschappen. In het verlengde daarvan ligt de vraag of je handvatten kan bieden aan gemeenten bij het opstellen van beleid over ontplofbare oorlogsresten. Dit onderzoek is niet in uitvoering genomen, omdat het tot nu toe niet goed uitvoerbaar is.

Fase 2 onderzoeksprogramma

Fase 2 van het onderzoeksprogramma is volop in uitvoering.

Naast de Werkgroep Onderzoekprogramma is aan een tiental deskundigen gevraagd welke kennis over OO op dit moment volgens hen ontbreekt. Het kenniscentrum zocht deze personen uit vanwege hun expertise. Ze komen van gemeenten, Infrabeheerders (Sivoon), ingenieursbureaus, EODD, OO-adviesbranche en uit de opsporingsbranche.

Met de leden van de Werkgroep Onderzoeksprogramma is vervolgens gekeken naar welke vraagstukken passen binnen de opdracht van het kenniscentrum en welke aansluiten bij de behoefte van de doelgroep. In  mei 2023  werd een onderzoeksagenda voor de tweede fase van het onderzoeksprogramma  door de programmaraad vastgesteld;

Het effect van trillingen op diverse ontstekerstypen

Er is weinig bekend over de gevoeligheid van ontstekingsmechanismes in WOII vliegtuigbom-blindgangers voor trillingen door constructie-werkzaamheden zoals bijvoorbeeld heien of het intrillen van damwandprofielen. In 2016 is hier door TNO onderzoek naar gedaan. Het onderzoek betreft trillingen in de bodem die worden overgedragen op het vliegtuigbomlichaam en uiteindelijk inwerken op de ontsteker. Het onderzoek bestond uit twee fases.

Fase I heeft opgeleverd [1, 2, 3]:

1 een inventarisatie van alle ontstekertypen en een inschatting van hun trillingsgevoeligheid;

2 resultaten van veldmetingen hoe trillingen in de bodem zich voortplanten in/door een bomlichaam;

3 de vaststelling hoe trillingen op een ontsteker gesimuleerd kunnen worden met behulp van een triltafel.

Fase II beoogt de trillingscriteria per ontstekertype op basis van trillingsexperimenten op een triltafel op te leveren. Maar Fase II is niet uitgevoerd. Hierdoor is er nog steeds onduidelijkheid over de  hanteren veiligheidsafstand tussen de constructiewerkzaamheden en de blindganger.

Voor het borgen van een veilige werk- en gebruiksomgeving in en nabij Ontplofbare Oorlogsresten (OO)-verdacht gebied en om een bijdrage te leveren aan de doelmatigheid van opsporing en ruiming heeft de EODD heeft aangeboden om de trillingsexperimenten uit te voeren bij Kenniscentrum Wapensystemen en Munitie (KCWM) van Defensie. Het Kenniscentrum Ontplofbare Oorlogsresten (KC OO) is op dit aanbod ingegaan en heeft TNO gevraagd om input te leveren aan het testplan, de meetresultaten te analysen en het afleiden van veiligheidsafstanden [4, 6]. Het Kenniscentrum OO heeft ook SIVOON gevraagd om expertise in te brengen.

Het resultaat van het onderzoek biedt gemeenten inzicht in het effect van trillingen, veroorzaakt door constructiewerkzaamheden, nabij  in de bodem achtergebleven explosieven. Het biedt gemeenten handvatten om afwegingen te maken of werkzaamheden in verdacht gebied een extra risico kunnen opleveren in het kader van openbare orde en veiligheid.

Opstellen goede uitvraag bij (voor-) onderzoek

Niet elke gemeente heeft evenveel ervaring met het uitvragen van onderzoek naar ontplofbare oorlogsresten.. Er is behoefte aan handvatten voor het uitvragen van vooronderzoeken en opsporingsopdrachten. Dit vergroot de efficiëntie, maar ook de vergelijkbaarheid van onderzoeken. Dat laatste zorgt er onder andere voor dat gemeenten bodembelastingkaarten en/of beleid voor ontplofbare oorlogsresten beter kunnen actualiseren op basis van uitgevoerde onderzoeken .

Kosten/baten analyse / handvat afwegingskader

Het kenniscentrum OO heeft onder andere de opdracht om te komen tot handvatten voor de wegwijzer die gemeenten helpt bij proportioneel OO beleid. Tijdens het proces om te komen tot een wegwijzer is gebleken dat er binnen dit kader gemeentelijke behoefte bestaat aan de hernieuwde ontwikkeling van  een maatschappelijke kostenbatenanalyse OO.

Het resultaat van het onderzoek biedt gemeenten  handvatten  voor het uitvoeren van een maatschappelijke kosten baten analyse. Dit als onderdeel van de wegwijzer waarmee individuele gemeenten uitvoering kunnen geven aan hun gemeentelijk risicomanagementn over OO.

Omgang met spontane vondsten

Spontane vondsten zijn onder te verdelen in verschillende categorieën. Denk aan spontane vondsten bij magneetvissen, metaaldetectie, landbewerking en spontane vondsten binnen een Wet milieubeheer (Wm) -inrichting. Voor gemeenten is niet altijd helder of ze een taak of rol hebben bij dergelijke vondsten. Dit geldt met name voor spontane vondsten binnen een Wm-inrichting. Moet een gemeente hier rekening mee houden bij de vergunningverlening? Waar ligt in deze de scheidslijn tussen Arbo veiligheid en OOV? Waar ligt het onderscheid tussen de verantwoordelijkheid van de gemeente en de verantwoordelijkheid van het bedrijf.

Resultaat van het onderzoek is een overzicht van de meest voorkomende soorten OO bij spontane vondsten en de manier waarop gemeenten daarmee om gaan of een rol spelen. Handvatten en praktijkvoorbeelden die gemeenten helpen invulling te geven aan deze rol.

Risico’s van explosieven die in bodem achterblijven

Vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid hoeven niet alle oorlogsresten verwijderd te worden. Denk bijvoorbeeld aan oorlogsresten in natuurgebieden.

Wat kan er (nog) misgaan wanneer oorlogsresten in de ondergrond blijft liggen zonder dat er sprake is van  beroering? Is er na 80  jaar nog wel sprake van gevaar? Wat is hier over ontsloten voor gemeenten.

Het beoogde resultaat

Handvatten voor gemeenten voor de invulling van gemeentelijke beleidsruimte bij bepalingen over de omgang met OO- risico’s. Dit zowel bezien vanuit de gemeente brede taken en bevoegdheden en vanuit het OOV-perspectief

Uitgevoerde onderzoeksprojecten

Onderzoek naar rollen, taken en bevoegdheden gemeente (gereed oktober 2022)

In dit onderzoek is uitgezocht wat de rollen, taken en bevoegdheden zijn van gemeenten in relatie tot ontplofbare oorlogsresten. Zie de resultaten van de studie Verkenning gemeentelijke taken en bevoegdheden rond Ontplofbare Oorlogsresten.

Het kenniscentrum stelde op basis van het onderzoek een aanklikbare matrix op voor gemeenten. Hierbij wordt in een paar klikken duidelijk per rol en processtap welke activiteiten de gemeente moet of kan uitvoeren. Zie de matrix Rollen, taken en bevoegdheden gemeenten.

In het vervolgonderzoek 'Verkenning ketenverantwoordelijkheid ontplofbare oorlogsresten' nemen we vervolgens de rollen, taken en bevoegdheden van de overige OO-actoren onder de loep, en hun onderlinge samenhang.

Verkenning ketenverantwoordelijkheid ontplofbare oorlogsresten (gereed april 2024)

Gemeenten hebben bij de uitvoering van hun taken op het gebied van ontplofbare oorlogsresten te maken met verschillende actoren. Het onderzoek geeft zicht op de verantwoordelijkheden (rollen, taken en bevoegdheden) en aansprakelijkheden van partijen die een relatie hebben met gemeenten in het proces van vooronderzoek, opsporen, ruimen en administratief afhandelen van ontplofbare oorlogsresten.

De relevante delen uit het onderzoek worden binnenkort op de website geplaatst.

Verkenning gegevensbronnen ontplofbare oorlogsresten (gereed maart 2024)

Omdat gemeenten taken vervullen in het kader van openbare orde en veiligheid, weten gemeenten vaak waar relatief veilig grondwerkzaamheden uitgevoerd kunnen worden. Zeker wanneer gemeenten in de rol van opdrachtgever of in die van werkgever zijn. Het doel van deze verkenning is te ontdekken welke gegevensbehoefte gemeenten hebben. In het verlengde daarvan is geïnventariseerd waar verbeteringen mogelijk zijn.