Vooronderzoek binnen onderzoeksstadium ‘nader onderzoek’

Het vooronderzoek binnen het onderzoeksstadium "nader onderzoek" betreft een uitgebreid historisch onderzoek. Op basis van in de bronnen aangetroffen indicaties en contra-indicaties wordt bepaald of een onderzoeksgebied verdacht is op de aanwezigheid van OO.

Doel

Het doel van het vooronderzoek is vast te stellen of er in het onderzoeksgebied sprake is van aanwijzingen voor de aanwezigheid van OO. Als deze aanwijzingen er zijn wordt het verdachte gebied afgebakend.

Eindproduct

Een rapportage en kaartmateriaal met bevindingen en een onderbouwde conclusie volgens de richtlijnen van het CS-VROO.

Richtlijnen

Wettelijk gezien zijn er op dit moment geen vaste richtlijnen voor het uitvoeren van dit soort bureaustudies. Tot 2021 was dit wel het geval. Toen werden vooronderzoeken OO uitgevoerd volgens de richtlijnen van het Werkveldspecifiek Certificatieschema voor het Systeemcertificaat Opsporen Conventionele Explosieven (WSCS-OCE).

Sinds 2021 kan het vooronderzoek worden uitgevoerd volgens de richtlijnen van het vrijwillige normdocument Certificatieschema Vooronderzoek en Risicoanalyse Ontplofbare Oorlogsresten (CS-VROO). In deze richtlijn is vastgelegd hoe een vooronderzoek OO moet worden uitgevoerd (zie de richtlijn voor meer detailinformatie over te raadplegen bronnen, et cetera).

De volgende overweging (dit is geen verplichting) kan gemaakt worden. Stel als voorwaarde dat het vooronderzoek OO niet alleen wordt opgesteld volgens de eisen zoals beschreven in het CS-VROO, maar ook dat het moet worden opgesteld door een onderzoeksbureau dat als bedrijf is gecertificeerd volgens het CS-VROO.

Een gecertificeerde partij heeft aangetoond te voldoen aan de geëiste deskundigheidseisen en daarnaast aangetoond rapporten te hebben opgesteld die voldoen aan het CS-VROO. Een niet gecertificeerde partij kan eveneens onderzoek uitvoeren volgens de richtlijnen van het CS-VROO, maar wordt daarop niet gecontroleerd.

Het vooronderzoek OO bestaat volgens het CS-VROO uit twee onderzoeken, namelijk:

  • Onderzoek Conflictperiode
  • Onderzoek na-Conflictperiode.

Het onderzoek naar de Conflictperiode richt zich op indicaties en contra-indicaties voor de aanwezigheid van OO in de periode 1940-1945.

Het onderzoek naar de na-Conflictperiode richt zich op ontwikkelingen (contra-indicaties) in de naoorlogse periode.

Beide onderzoeken kunnen in willekeurige volgorde worden uitgevoerd. Beide onderzoeken samen worden aangeduid als Vooronderzoek Compleet. Het is afhankelijk van de situatie welke vorm van onderzoek het beste uitgevoerd kan worden en of uitvoering van beide onderzoeken noodzakelijk is.

Voorbeelden van vooronderzoeken binnen het onderzoeksstadium "nader onderzoek".