Uitvragen van bureaustudies

Een opdrachtgever wordt nergens voorgeschreven hoe OO-onderzoek uitgevoerd moet worden. Wel wordt voorgeschreven dat onderzocht moet worden of er sprake is van gevaar voor de veiligheid of gezondheid van werknemers door de mogelijke aanwezigheid van OO.

Het uitvoeren van bureaustudies is een middel om dit doel te bereiken. Maar het is meer dan dat. Als opdrachtgever kun je met de juiste uitvraag zoveel mogelijk garanderen dat je project vanuit OO-oogpunt goed wordt uitgevoerd en je niet voor verrassingen komt te staan of onnodig onderzoek laat doen. Alles valt of staat met een goede uitvraag en het uitvragen van de juiste onderzoeken.

In dit stuk wordt beschreven met voorbeelden hoe uitvragen voor bureaustudies uit te zetten.

Wat vraag je?

Het is sterk afhankelijk van de situatie van het project welke bureaustudie het beste uitgevoerd kan worden. Het kan bijvoorbeeld zijn dat er al een bureaustudie bekend is waaruit blijkt dat een onderzoekgebied verdacht is. Het is dan aan de opdrachtgever om in te schatten of het van toegevoegde waarde is om nog een aanvullende bureaustudie uit te voeren. Bijvoorbeeld in de vorm van een onderzoek naar de na-Conflictperiode of een risicoanalyse OO, of dat beter meteen kan worden opgespoord.

Als opdrachtgever moet je dus als eerste stil te staan bij hetgeen al bekend is, dus of er al onderzoek bekend is. Bijvoorbeeld in de vorm van een vooronderzoek OO. Als er onderzoek bekend is, bepaalt dit namelijk wat er nog gedaan moet worden. Als opdrachtgever kun je dan twee dingen doen:

  1. Je schrijft voor welk vervolgonderzoek uitgevoerd moet worden. Al dan niet op advies van een deskundige partij.
  2. Je laat dit onderdeel zijn van de opdracht. Het kan namelijk zijn dat wel bekend is dat er een onderzoek is uitgevoerd, maar niet wat de resultaten zijn. Of er is wel een onderzoek bekend, maar als opdrachtgever is het lastig inschatten of deze resultaten voldoende zijn als basis voor vervolgonderzoek of bodemingrepen. Het kan soms verstandig zijn om dit te laten bepalen door een adviesbureau.

Wees specifiek.

In artikel 4.10 van het Arbeidsomstandighedenbesluit is niet duidelijk gedefinieerd wat een oriënterend onderzoek en wat een nader onderzoek inhoud. Het gebrek aan een duidelijke definities en richtlijnen is in verschillende opzichten problematisch. Omdat het betekent dat iedere partij naar eigen inzicht zulke onderzoeken kan uitvoeren als er in een uitvraag slechts wordt gevraagd om dit onderzoek zonder dat hier vanuit de opdrachtgever concrete eisen aan worden gesteld.

Als een uitvraag wordt gedaan is het belangrijk om hierin op de juiste manier te verwoorden wat er moet worden uitgevoerd zodat dit aansluit op verwachtingen van de opdrachtgever.

Overweeg om onderzoek en opsporing door twee verschillende partijen te laten uitvoeren om zo belangenverstrengeling te voorkomen.

Als niet duidelijk wordt gedefinieerd wat moet worden aangeboden en uitgevoerd, kan dit tot de volgende leiden:

  • Het niet kunnen vergelijken van aanbiedingen van verschillende inschrijvers ("appels en peren"). De ene inschrijver biedt een uitgebreid bronnenonderzoek aan, terwijl de andere alleen een zoekslag uitvoert op het internet;
  • Onnodig vervolgonderzoek. Door een te beperkt onderzoek wordt te snel de conclusie getrokken dat in een gebied mogelijk of met voldoende zekerheid OO kunnen worden aangetroffen. Terwijl het uitvoeren van een iets uitgebreider onderzoek kan aantonen dat deze conclusie niet juist is.
  • Onveilige werksituaties. Door een te beperkt onderzoek kan te snel de conclusie worden getrokken dat het niet aannemelijk is dat in een gebied OO wordt aangetroffen. Terwijl het uitvoeren van een iets uitgebreider onderzoek kan aantonen dat deze conclusie niet juist is en dat er wel degelijk sprake kan zijn van aanwezigheid van OO.

Voorbeelden van uitvragen bureaustudies

In voorbeelden van uitvragen bureaustudies zijn teksten opgenomen die gebruikt kunnen worden om een uitvraag op te stellen.