Hoe
Beleid en beleidsregels
Volgens de Algemene wet bestuursrecht is een gemeente bevoegd om beleid op te stellen (Awb. artikel 4:81). In beleid of beleidsregels staat (onder meer) wat het onderscheid is tussen beleid- en beleidsregels.
Een gemeente kan door middel van beleidsdocumenten aangeven:
- welke doelen ze wil bereiken
- welke middelen ze daarvoor wil gebruiken
- binnen welke tijd ze de doelen wil bereiken
Beleidsregels zijn een specifieke vorm van beleid, met bijzondere rechtsgevolgen.
Beleidsregels gaan altijd over een wettelijke bevoegdheid. Eerder is over de wettelijke bevoegdheid in relatie tot OO beschreven dat de rollen, taken en bevoegdheden in het kader van Arbowetgeving duidelijk zijn.
Voor wat betreft openbare orde en veiligheid is dat niet het geval. Hierbij is de wettelijke bevoegdheid afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden en omgevingsfactoren in een specifieke gemeente en hoe haar burgemeester en het college daarmee wensen om te gaan. Lees hiervoor ook burgemeester als bevoegd gezag.
Gemeentelijke beleidsproces
In Hoe passen Ontplofbare Oorlogsresten binnen het gemeentelijke beleidsproces? worden handvatten gegeven voor het plaatsen van het onderwerp OO binnen het gemeentelijke beleidsproces. Ook wordt ingegaan op overwegingen en vragen die daarbij behulpzaam zijn.
Waarom beleid opstellen?
De redenen om beleid en/of beleidsregels op te stellen kunnen divers zijn.
- Een gemeente kan, bijvoorbeeld vanuit openbare orde en veiligheid, het nodig vinden dat bij grondroerende werkzaamheden een onderzoek naar de aanwezigheid van OO plaatsvindt.
- Een gemeente kan, op basis van de uitkomsten van bovengenoemd onderzoek, besluiten of zij het verantwoord vindt dat grondroerende werkzaamheden plaatsvinden.
- Daarnaast kan de gemeente, via regels die doorwerken naar derden, uitwerken welke processen een initiatiefnemer moet doorlopen als er sprake is van een risico op het aantreffen van OO of welke regels gelden als OO daadwerkelijk wordt aangetroffen. Onderdeel van dergelijk OO-beleid kan een afwegingskader zijn over hoe om te gaan met een vooraf bepaald risiconiveau (proportionaliteit).
Gemeentelijk beleid voor de omgang met OO geeft initiatiefnemers van ruimtelijke plannen en grondroerende werkzaamheden duidelijkheid over hoe de gemeente invulling wil geven aan het onderwerp OO. Duidelijkheid betekent nog niet per se doorwerking naar die initiatiefnemers. Met andere woorden: als het bij beleid blijft, is alleen de gemeente daar zelf aan gehouden.
Om de juiste mix van beleid en (beleids)regels toe te passen, is het belangrijk vooraf inzicht te hebben in de aanwezigheid van OO en de risico's van OO.
Het is aan iedere gemeente zelf om te besluiten of ze:
- zaken over OO uitputtend wil regelen
- enkel in kaart wil brengen waar zich verdachte gebieden bevinden
- op een andere manier invulling wil geven aan haar taken en bevoegdheden in relatie tot OO
De relatie tussen Arbo en OOV
De verschillende rollen, taken en bevoegdheden van gemeenten zijn eerder uitgewerkt in Rollen, taken en bevoegdheden. Ook in burgemeester als bevoegd gezag wordt hier op ingegaan. In de relatie tussen Arbo en OOV als het gaat om OO wordt beschreven hoe Arbo en OOV zich ten opzichte van elkaar verhouden.
Er bestaat wel verschil tussen de hoeveelheid bewegingsvrijheid vanuit Arbowet- en regelgeving en de hoeveelheid bewegingsvrijheid vanuit OOV.
Gemeenten hebben soms, naast de rol van bevoegd gezag OOV, ook de rol van opdrachtgever of werkgever in het kader van Arbowet- en regelgeving. Er is kans op raakvlakken, als een gemeente bij haar afwegingen risicomanagement toepast. In Raakvlakken tussen risicomanagement en Arbowet- en regelgeving wordt hier verder op ingegaan.
Voorbeelden beleid
Eerder publiceerde het Kenniscentrum OO relevante praktijkverhalen over de gemeente Breda en de gemeente Den Bosch. Verschillende andere gemeenten stelden beleidsplannen, beleidsregels of andere documenten op voor OO. Hieronder staan ter inspiratie een aantal voorbeelden. Het Kenniscentrum OO heeft geen inhoudelijk oordeel over deze voorbeelden.