Voorbeelden risicoanalyses binnen het onderzoeksstadium "nader onderzoek"

Voorbeeld 1

Een ontwikkeling zal plaatsvinden in een gebied dat in een vooronderzoek is afgebakend als verdacht gebied waar afwerpmunitie en geschutmunitie kan worden aangetroffen.

Het gebied betreft stedelijk gebied. Een woonwijk die stamt uit de jaren vijftig en die sindsdien meermaals is uitgebreid en op de schop is geweest. De ontwikkeling bestaat uit de sloop van een fabriek en omliggende woonblokken, stammend uit de jaren tachtig.

Na de sloop zullen in het vrijgekomen gebied flats worden gebouwd, evenals een park met waterpartijen. Ondergronds zal een nieuw rioleringsstelsel worden gerealiseerd. Daarnaast worden nutsvoorzieningen aangelegd. Het is bekend dat de bodem flink verontreinigd is, dus hier zal ook rekening mee moeten worden gehouden tijdens het uitvoeren van de bodemingrepen.

In dit scenario is het zinvol om een risicoanalyse OO uit te voeren. Het betreft namelijk een complexe ontwikkeling in een gebied dat sinds de oorlog sterk is veranderd. In de risicoanalyse OO zal worden beoordeeld of het verdachte gebied op basis van naoorlogse ontwikkelingen kan worden verkleind. Daarnaast wordt op basis van de mogelijk aan te treffen OO en bijbehorende gevaarfactoren, de geplande werkzaamheden en het huidige gebruik van het gebied een maatadvies per bodemingreep geboden om tot een veilige uitvoering te komen.

Voorbeeld 2

Een ontwikkeling zal plaatsvinden in een gebied dat in een vooronderzoek is afgebakend als verdacht gebied waar afwerpmunitie kan worden aangetroffen, tot tien meter diepte. Het gebied bestaat al 100 jaar uit natuurgebied en is nog niet eerder op OO onderzocht in een opsporingsonderzoek.

Dit betekent dat het gebied tijdens de oorlog dezelfde functie had. Een onderzoek naar naoorlogse ontwikkelingen om het verdachte gebied te verkleinen, is waarschijnlijk niet zinvol.

De ontwikkeling is eenvoudig en bestaat uit het graven van twee kabelsleuven van één meter breed en één meter diep, over een lengte van vijftig meter.

Het uitvoeren van een risicoanalyse OO heeft in dit geval geen meerwaarde.

  1. Het zal niet leiden tot het verkleinen van het verdachte gebied op basis van naoorlogse ontwikkelingen.
  2. Het betreft relatief eenvoudige bodemingrepen die geen verdere uitgebreide risicoanalyse OO behoeven.

Het is beter om gelijk over te gaan op opsporing.

Voorbeeld 3

Een ontwikkeling zal plaatsvinden in een gebied dat in een vooronderzoek is afgebakend als verdacht gebied waar mogelijk afwerpmunitie kan worden aangetroffen, tot tien meter diepte. Het gebied bestaat al 100 jaar uit natuurgebied en is nog niet eerder op OO onderzocht in een opsporingsonderzoek.

Dit betekent dat het gebied tijdens de oorlog dezelfde functie had en een onderzoek naar naoorlogse ontwikkelingen om het verdachte gebied te verkleinen, waarschijnlijk niet zinvol is.

De ontwikkeling is complex en bestaat uit de aanleg van een fabriekscomplex dat tot vijftien meter diepte op palen gefundeerd zal moeten worden. Rondom de fabriek zullen diverse panden worden gebouwd, maar deze hoeven niet diep te worden gefundeerd. Ondergronds worden diverse kabels en leidingen aangelegd, door middel van gestuurde boringen en door open ontgraving.

In dit scenario is het zinvol om een risicoanalyse OO uit te voeren, want het betreft een complexe ontwikkeling in een gebied dat tot grote diepte verdacht is.

Een deel van de bodemingrepen vindt plaats tot grote diepte. Hierdoor moet een opsporingswijze worden gekozen die toereikend is om het gebied te onderzoeken. Daarin moeten de gevaarfactoren van de mogelijk aan te treffen OO in worden meegenomen, in dit geval afwerpmunitie met een specifiek type ontsteker.

Deze details bepalen de omvang van het te onderzoeken gebied. Op andere plaatsen worden bodemingrepen oppervlakkig uitgevoerd, waardoor op die plaatsen een andere werkwijze kan worden gekozen. Mogelijk kan het uitvoeren van een duur opsporingsonderzoek op sommige plaatsen worden voorkomen, bijvoorbeeld door de gestuurde boring dieper uit te voeren dan de ondergrens van het verdachte gebied.