Raakvlakken tussen risicomanagement en Arbowet- en regelgeving

Verantwoordelijkheden

De Arbowet is verdeeld in de wet, daaronder besluiten, en daaronder regelingen. De Arbowet gaat primair over werkgevers en werknemers, over hoe werkgevers zorg dienen te dragen voor de arbeidsveiligheid. Een werkgever is op basis van de Arbeidsomstandighedenwet verantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers.

Er is een belangrijke uitzondering, namelijk de bouwprocesbepalingen. Deze gaan specifiek over de rol van opdrachtgevers in de bouw. De opdrachtgever is verplicht in de ontwerpfase zich ervan te vergewissen dat de betrokken werkgevers en zelfstandigen in staat zijn de verplichtingen voor de arbeidsomstandigheden die gelden in de uitvoeringsfase na te komen, in het bijzonder de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 3, 5, eerste en derde lid, en 8 van de wet en hoofdstuk 4, afdeling 5. In bouwprocesbepalingen is meer beschreven over de verplichtingen van opdrachtgevers en opdrachtnemers bij bouwwerken.

De werkgever is zelf verantwoordelijk voor de keuze van uitvoeringsmethode en het daarbij in te zetten materiaal. Een opdrachtgever ziet vanwege de bouwprocesbepalingen toe op de wijze waarop de opdrachtnemer zijn risico’s heeft beheerst. Als risico’s onvoldoende zijn beheerst kunnen vanuit de opdrachtgever maatregelen ter verbetering van de risicobeheersing worden opgelegd.

De gemeente heeft in het kader van de Arbeidsomstandighedenwet geen bevoegdheden.

De gemeentelijke bommenkaart of bodembelastingkaart gekoppeld aan eventueel beleid mag daarom ook niet door gemeenten worden opgelegd aan derden als invulling van de Arbo verplichtingen.

Dit is en blijft een verantwoordelijkheid van de werkgever. Het kenniscentrum adviseert gemeenten gebruikers van de bommenkaart hierop te wijzen.

Tekst over verantwoordelijkheden op website van de gemeente Amsterdam
De verantwoordelijkheid voor onderzoek om veilig werken mogelijk te maken ligt bij de grondeigenaar of initiatiefnemer. Bij gemeentelijke nieuwe gronduitgiften en bestaand erfpachtrecht maken we hier afspraken over met de erfpachter. Bij particulier grondeigendom is dat de particuliere initiatiefnemer.
Werkgevers zijn verantwoordelijk voor de veiligheid van hun werknemers en de omgeving (Arbeidsomstandighedenwet). Projectontwikkelaars en initiatiefnemers kunnen op de bommenkaart zien of het werk dat zij gaan uitvoeren risico's oplevert. Het gevolg daarvan kan zijn dat de werkmethode wordt aangepast of dat er aanvullend onderzoek gedaan moet worden.

Onderzoek

In artikel 4.10 van het Arbeidsomstandighedenbesluit is specifiek voor ontplofbare oorlogsresten opgenomen dat een oriënterend onderzoek dient te worden ingesteld als OO een gevaar kunnen vormen voor de veiligheid of gezondheid van werknemers. Als dit oriënterend onderzoek de aanwezigheid van OO niet uitsluit, dient nader onderzoek plaats te vinden. Als dit nader onderzoek het risico bevestigd, dienen maatregelen te worden getroffen. Als opsporing als maatregel wordt gekozen, mag dit volgens lid D uitsluitend worden verricht door een gecertificeerd bedrijf

Voor het ministerie van SZW (SZW) is het niet zo dat de werkgever perse moet kiezen voor onderzoek naar OO. Het gaat erom dat de werkgever zich vooraf bewust is van hetgeen er mogelijk kan gebeuren, blijft nadenken en vervolgens met gezond verstand maatregelen treft. Een andere oplossing voor apparatuur of werkwijze kan ook een passende oplossing zijn om de veiligheid of gezondheid van werknemers te waarborgen. Dat is ook de reden waarom er destijds is gekozen voor de invoering van een oriënterend onderzoek dat niet aan normen is gebonden.

SZW heeft aangekondigd op termijn nader duiding te geven aan het begrip oriënterend onderzoek en de rol van de opdrachtgever en werkgever. Hierover is nog geen nadere informatie bekend.

Afwegingen

In de Arbeidsomstandighedenwet artikel 5 is de verplichting opgenomen dat de werkgever bij het voeren van het arbeidsomstandighedenbeleid in een inventarisatie en evaluatie schriftelijk vastlegt welke risico's de arbeid voor de werknemers met zich meebrengt, inclusief de te treffen beheersmaatregelen. In een RI&E zoals bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet wordt gekeken naar alle risico’s. Deze is, afhankelijk van de aard van de werkzaamheden, dus breder dan alleen de risico’s die samenhangen met OO.

Memorie van toelichtingen – Arbeidsomstandighedenwet

…Een RI&E betreft een inventarisatie van de gevaren en een evaluatie van de risico’s middels een schatting van de kans dat het gevaar optreedt..

… Een plan van aanpak, waarin is aangegeven welke maatregelen zullen worden genomen in verband met de bedoelde risico's en de samenhang daartussen, een en ander overeenkomstig artikel 3, maakt deel uit van de risico-inventarisatie en -evaluatie...

Over de invulling van het begrip risico, de afweging van OO risico’s t.o.v. andere Arbo risico's en de rol van wetenschappelijk onderzoek zijn er binnen het werkveld verschillende denkrichtingen. Hieronder schetsen we enkele van die denkrichtingen. Daarbij merken we toch wel op dat uitgangspunt van SZW 100% veiligheid is als het gaat om de omgang met ontplofbare oorlogsresten.

Vergelijking met ander arbeidsrisico’s

In opdracht van het Kenniscentrum Ontplofbare oorlogsresten heeft Crisislab een handvat voor Nederlandse gemeenten voor risicomanagement in de omgang met ontplofbare oorlogsresten, geschreven. Om te komen tot een risicoafweging wordt door Crisislab de vergelijking gemaakt met risiconomen die gehanteerd worden voor andere beleidsterreinen/werkvelden. Als het gaat om blootstelling aan gevaarlijke stoffen wordt binnen de Arbowet- en regelgeving een individueel risico van 10-5 of 10-6 geaccepteerd. Daarnaast is het OO-risico in Nederland vergeleken met andere ‘dagelijkse’ risico’s op basis van het aantal bekende incidenten laag. Anders gezegd accepteren we als samenleving dus ook andere ‘dagelijkse’ risico’s die hoger zijn dan de risico’s van OO: zo nemen mensen dagelijks deel aan het verkeer, wonen er mensen in mogelijk overstromingsgebied, et cetera.

Toepassen van statistisch onderzoek

Door middel van statistisch onderzoek kan een nadere invulling gegeven worden aan de kwantificering van het risico van explosieven. De resultaten van een dergelijk onderzoek kunnen voorafgaand aan grondroerende werkzaamheden gebruikt worden voor een maatschappelijke kosten-batenafweging voor de te treffen beheersmaatregelen. Statistisch onderzoek wordt door Crisislab toegepast om te komen tot een risicomatrix. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende vormen van explosieven die worden aangetroffen, het type werkzaamheden dat wordt uitgevoerd en het aantal m3 grond dat wordt verzet.

Meenemen van kans op risico’s in RI&E

Door het netwerk SIVOON is uitgebreid aandacht besteed aan de relatie tussen ontplofbare oorlogsresten en de vereisten uit Arbeidsomstandighedenwet- en regelgeving. Hierbij is onder andere gekeken naar de rol van de factor kans bij de te nemen beheermaatregelen. In artikel 5 van de Arbeidsomstandighedenwet is opgenomen dat een werkgever bij het voeren van het arbeidsomstandighedenbeleid in een inventarisatie en evaluatie schriftelijk vastlegt welke risico's de arbeid voor de werknemers met zich meebrengt. In de memorie van toelichting wordt aangegeven dat dit een inventarisatie is van de gevaren en een evaluatie van de risico’s door een schatting van de kans dat het gevaar optreedt. Hieruit volgt dat het meenemen van de kans dat een risico optreedt onderdeel uitmaakt van de RI&E. Een methode voor het opstellen van een RI&E is de Fine & Kinney methode. In deze methode wordt risico volgens een vaste formule gewaardeerd door het beoordelen van waarschijnlijkheid, blootstelling en effect,

Jurisprudentie over RI&E en meerekenen van de kans op een incident: