Geen attendering OO in Omgevingsvergunning

Omgevingsvergunning voor transformeren kantoorpand tot negen appartementen. Geen mededeling over ontplofbare oorlogsresten. Beroep gegrond, rechtsgevolgen blijven in stand; bouwplan paste niet binnen tijdens bestreden besluit geldende planologisch beleid, maar wel binnen huidige beleid. Voorlopige voorziening afgewezen.

kenmerken
Metadata Omschrijving
Uitspraak ECLI:NL:RBLIM:2023:5856
Bevoegd gezag Gemeente Venlo (RUD Limburg Noord)
Instantie Rechtbank Limburg
Wetsartikelen Civiel recht
Eiser

Particulieren

Gedaagde College van B&W Waddinxveen
Vergunninghoudster HSE Ontwikkeling B.V.
Trefwoorden Detectie explosieven, verwijdering explosieven, munitie, koopovereenkomst

Zaak

Omgevingsvergunning voor transformeren kantoorpand tot negen appartementen. Beroep gegrond, rechtsgevolgen blijven in stand; bouwplan paste niet binnen tijdens bestreden besluit geldende planologisch beleid, maar wel binnen huidige beleid. Voorlopige voorziening afgewezen.

Vergunninghoudster is eigenaar van het kantoorpand en wil
daarin 9 appartementen bouwen en een tweede bouwlaag toevoegen op een gedeelte van het gebouw. Daarnaast worden er worden bergingen en een erfafscheiding gerealiseerd (het bouwplan). Het bouwplan past niet in het bestemmingsplan. Vergunninghoudster heeft daarom een aanvraag gedaan om een omgevingsvergunning te verlenen voor de activiteiten ‘bouwen’ en ‘afwijken van het bestemmingsplan’.

Het college heeft de Omgevingsvergunning toegezonden aan de aanvrager en de gemachtigde van eisers, maar daarin is abusievelijk de mededeling over ontplofbare oorlogsresten niet opgenomen. Het college heeft daarom de omgevingsvergunning aangevuld met deze mededeling.

De eisers stellen dat in de ruimtelijke onderbouwing ten onrechte geen rekening is gehouden met de aanwezigheid van ontplofbare oorlogsresten. De mogelijke aanwezigheid van onontplofte oorlogsresten is in de grond maar geen aspect dat betrekking heeft op de activiteit ‘bouwen’ of in verband staat met de vraag of het bouwplan voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening. De voorzieningenrechter is het met college eens dat dit een uitvoeringskwestie betreft waaraan vergunninghoudster voorafgaand aan de bouwwerkzaamheden wel aandacht moet besteden.

Conclusie

Het beroep wordt gegrond verklaard en de voorzieningen-rechter vernietigt daarom het bestreden besluit. Maar er is geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Dit betekent dat het bouwplan mag worden gebouwd. Het college moet het griffierecht aan eisers vergoeden.