Concrete kosten bijdrageregeling
Uit de genoemde bijdrageregeling 2006, haar toelichting en de beleidsregels 2006 is concreet op te maken welke kosten destijds wel/niet in aanmerking kwamen.
Het ging om een bijdrage in de kosten bij vooronderzoek en ruiming voor:
- kosten van vooronderzoek;
- kosten van opsporingswerkzaamheden;
- kosten van grondwerkzaamheden bij een ruiming;
- kosten van preventieve maatregelen ter voorkoming van schade;
- kosten die gemaakt zijn in verband met het treffen van noodzakelijke spoedvoorzieningen.
Kosten die gemaakt werden bij het lokaliseren van de ligging van de vermoedelijke OO en waarbij bijvoorbeeld gebruik werd gemaakt van de volgende hulpmiddelen zijn:
- archieven;
- kraterkaarten/schadekaarten;
- luchtfoto’s en infrarood foto’s;
- processen-verbaal;
- getuigenverklaringen;
- uitkomsten van literatuuronderzoek.
Kosten van opsporing bestonden uitsluitend uit:
- kosten in verband met noodzakelijke dienstverblijven en de aansluitingen op de nutsvoorzieningen;
- kosten in verband met voorzieningen voor het tijdelijk opslaan van munitie;
- kosten in verband met de inrichting van een vernietigingslocatie;
- kosten van een senior OOO-deskundige, OOO-deskundige, assistent OOO-deskundige, bedrijfsleider, (hoofd) uitvoerder, grondwerkers en bewakingsmedewerkers voor wat betreft de loonkosten, reisuren en -kosten, risicotoeslag en overnachtingskosten;
- de kosten van veiligheidsvoorzieningen zoals containers, Megablocks, beschermende wanden en/of het gebruik van scherfwerende doeken;
- kosten in verband met herstelwerkzaamheden op de opsporings- en vernietigingslocaties.
Tot kosten van grondwerkzaamheden als gevolg van een ruiming die in beginsel voor een bijdrage in aanmerking kwamen, behoorden uitsluitend kosten van civieltechnisch opsporingsbedrijven.
Tot de kosten van preventieve maatregelen ter voorkoming van schade en tot de kosten die gemaakt zijn in verband met het treffen van noodzakelijke spoedvoorzieningen die in beginsel voor een bijdrage in aanmerking komen, behoorden kosten in verband met de inrichting van een vernietigingslocatie.
Schade die als gevolg van veiligheidsmaatregelen optraden, kwamen niet voor een bijdrage in aanmerking.
Kosten die niet voor een bijdrage in aanmerking komen, betroffen in elk geval:
- kosten met betrekking tot het uitbrengen van offertes;
- de door het opsporingsbedrijf in rekening gebrachte kosten met betrekking tot de Uniforme Administratieve Voorwaarden (UAV), de Rationalisering Automatisering Wegenbouwsystematiek (RAW), de Regeling van de Verhouding tussen opdrachtgever en het adviserende Ingenieursbureau (RVOI), de kosten met betrekking tot de Organisatie van Advies- en Ingenieursbureaus (ONRI) en bijdragen Fonds Collectief onderzoek GWW (Grond, Weg en Water), voor zover zij niet het gevolg zijn van civieltechnische werkzaamheden;
- kosten met betrekking tot verklaringen zoals Vrij Van Explosieven verklaringen, processen verbaal van oplevering of evaluatieverklaringen;
- kosten waarvan aangenomen mag worden dat ze onderdeel uitmaken van het gehanteerde tarief dat door de in artikel 1, onderdeel h, van het Bijdragebesluit, omschreven opsporingsbedrijven in rekening worden gebracht;
- kosten waarvan aangenomen mag worden dat ze tot de normale taakuitoefening van de gemeente behoren komen.
Tot de kosten die over het algemeen deel uitmaakten van het door het opsporingsbedrijf gehanteerde tarief werden gerekend en dus niet voor een bijdrage in aanmerking kwamen:
- kosten van werkvoorbereiding zoals het opstellen van een projectplan;
- kosten van materiaalverbruik en klein handgereedschap;
- algemene kosten;
- winst en risico;
- kosten met betrekking tot het verwerken van meldingen van het Kabels,
- Leidingen Informatie Centrum, de zogenaamde KLIC meldingen.
Tot de kosten, die deel uitmaken van de normale taakuitoefening van de gemeente en dus niet voor een bijdrage in aanmerking komen, worden onder andere gerekend: - administratieve kosten;
- kosten in verband met voorlichting;
- kosten in verband met juridische ondersteuning;
- kosten van projectmanagement en projectbegeleiding;
- kosten in verband met de inzet van hulpverleningsdiensten;
- kosten in verband met evacuatie en opvang van personen en dieren;
- kosten in verband met opleidingen.
In verband met haar taak als opdrachtgever en toezichthouder mocht de gemeente óf de kosten van de (ingehuurde) directievoering (maximaal 1 Fte), óf de kosten van een gemeentelijke toezichthouder (maximaal 1 Fte) in rekening brengen.